Impulsen

Op 3 september 2011 werd in de Bethelkerk in Barneveld de eerste impulsdag gehouden van Stichting Kinderdienst/Bonnefooi en jeugdwerkbureau LAVA. Voor de meer dan zeventig deelnemende kinderdiensters ter herinnering en verwerking geven we hier per workshop de beloofde gegevens om mee door te gaan! Voor de vele kinderdiensters die er niet bij waren moge dit een proefje zijn van wat werd gemist, mogelijk ter inspiratie om er een komende keer wél bij te zijn!

 

Entree en welkom

 

Workshops kiezen 

Nog even genieten van koffie en zon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

de deelnemers werden welkom geheten door Tineke van der Meer, voorzitter van Stichting Kinderdienst

en een inspirerend interactief verhaal door Marleen Kemmink en Monika Franzen van LAVA 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

workshop 2: Opstapmoment en het gesprek met de kinderen door Janneke Nijboer (Bonnefooi)

workshop 3: waarom werken met Bonnefooi door Anneke van Wijngaarden (eindredacteur Bonnefooi)

workshop 4: verhalen vertellen door Marleen Kemmink (LAVA en de Utrechtse Vertelacademie)

In de workshop oefenen de vrijwilligers om het bijbelverhaal over 'de vijf broden en twee vissen' uit hun hoofd te vertellen. We beginnen met het verdelen van het bijbelverhaal in 5 momenten die samen de spanningsboog vormen in het verhaal. Iedere vrijwilliger maakt een tekening van een van deze momenten uit het verhaal. Als we tekenen, zetten we onze zintuigen open om ons in te leven in het verhaal: hoe ziet Jezus eruit, welke geluiden horen we en hoe ruikt de vis? Als de tekeningen klaar zijn, vertelt elke vrijwilliger wat zij op de tekening ziet. En zie daar, het verhaal van de vijf broden en twee vissen wordt uit het hoofd verteld!

workshop 5: de uitdagende bovenbouwer door Monika Franzen (LAVA)

workshop 6: Bonnefooi vertelkoffer door Hannie Bijl en Anneke van Wijngaarden (Westhillvereniging/ Stichting Kinderdienst)

In deze workshop maakten de deelnemers kennis met de vertelkoffer. Allereerst door een verhaal dat verteld werd met behulp van de vertelkoffer te beleven. In de vertelkoffer zaten voorwerpen waardoor de deelnemers het verhaal konden voelen, ruiken, proeven, horen en zien. Na een stukje uitleg over het belang om bij het vertellen aan jonge kinderen zoveel mogelijk zintuigen aan te spreken, hebben deelnemers voor zichzelf opgeschreven welke herinneringen zij hadden bij bijvoorbeeld een bepaalde geur. Daarna zijn we aan de slag gegaan om in een Bijbelverhaal zoveel mogelijk zintuiglijke ervaringen te zoeken. Na afloop van de workshop waren de deelnemers geïnspireerd om hun eigen vertelkoffer te vullen met voorwerpen die passen bij het verhaal en zoveel mogelijk zintuigen aanspreken.

workshop 7: Vertellen met beelden en digitale werkvormen (powerpoint-Internet) door Dr. Evert van Leersum (theoloog van Stichting Kinderdienst)
http://www.bijbelencultuur.nl/
http://www.statenvertaling.net/
http://www.silk.net/RelEd/bibleart.htm
http://www.biblical-art.com
http://www.artbible.net

workshop 8: Acht in één door Bastiaan van den Berg (LAVA)
Acht basisschoolgroepen in één kinderdienst groep, kan dat? hoe en waarop te letten?

In de workshop 8in1 zijn we in gesprek en beweging gegaan over hoe om te gaan met een diverse groep in het kinderwerk. Verschillende leeftijden bij elkaar hoe kan je ze dan nog uitdagen? Belangrijke voorwaarden bleken wel veiligheid en uitdaging. Veiligheid om ieder kind te laten zijn wie ze zijn. Uitdaging door kinderen serieus te nemen en hun talenten in het kinderwerk een podium te geven. Verder zijn er enkele praktische werkvormen aangereikt en de deelnemers zelf kwamen ook met tal van goede ideeën. Al met al waren het twee inspirerende workshops voor deelnemers en workshopleider.

Tips 8in1

1. RELATIE VOOR INHOUD
Investeer in de relatie met de kinderen onderling en met jou, voor de inhoud.

2. TALENTENPOTENTIEEL
Geef de talenten van kinderen een plek in jouw programma. VB. dansjes, zingen.

3. VERTELLEN
Investeer in het vertellen van verhalen. Verhalen hebben meer impact wanneer deze levendig en los van het papier kunnen worden verteld.

4. VOORBEREIDING
Neem jezelf en de groep serieus, bereid je goed voor en op tijd.

5. VERANTWOORDELIJKHEID
Betrek de oudste kinderen nadrukkelijk bij het programma. Maak ze mede verantwoordelijk voor uitvoering, klaarzetten, lezen en opruimen.

6. ACTIEF
Kies ook eens voor veel doen, spelen, werkvormen waar je veel energie bij nodig hebt en waar ook een appèl wordt gedaan op de grove motoriek.

7. AFWISSELING
Wissel werkvormen, verhalen en de kunsten af.

8. TIJD EN RUIMTE
Claim de tijd en ruimte die je nodig hebt. Met andere woorden: ga regelmatig na met welke voorwaarden je werkt.

9. SEIZOENSPROJECT
Zorg voor een project het seizoen door. Bijv. een kleed, wandschildering, mozaïek.

10. ROND AF NAAR BOVEN
Liever te moeilijk of lastig. Dan een kinderachtig programma.

11. DURFTEVRAGEN
Je hoeft niet alles te kunnen of te weten, gebruik de kennis en ervaring van anderen. Collega-vrijwilligers, ouders, gemeenteleden of externe organisaties.

Ter afsluiting:

Twee prachtige liederen om te gebruiken door iedere kinderdienst:

bij het aansteken van het licht om mee te nemen naar de eigenkinderdienstruimte:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het verslag wordt nog verder aangevuld

 

 

terug naar start